“Ze komen voor de cijfers, maar laten hun zorgen achter op het bureau.”
Gisterenavond, ergens tussen het opruimen van de keuken en het neerploffen in de zetel, kreeg mijn man – accountant van beroep – een paar berichten van een klant. Niks ongewoons, zou je denken. Maar het ging niet over cijfers of deadlines.
Het ging over haar relatie.
Hoe moeilijk het is om privé en werk te combineren.
Hoe vast het allemaal zit, nu ze samen met haar partner een zaak runt.
En hoewel mijn man geduldig luisterde en beleefd antwoordde, merkte ik iets op in mezelf. Iets ouds. Iets wat ik lang dacht achtergelaten te hebben. Een oude reflex, een kriebel van jaloezie die zich voorzichtig meldde. Niet omdat ik hem niet vertrouw. Maar omdat ik vroeger iemand was die dat moeilijk vond. Ik was ooit ziekelijk jaloers. Niet een beetje onzeker, nee. Echt het soort jaloers dat het leven van mensen zuur kan maken.
Ik heb daar intussen veel werk op verzet. En ik ben al lang niet meer die vrouw die elk bericht in twijfel trekt of een schaduw legt over onschuldige contacten. Maar sommige dingen, die zitten diep. Ze verdwijnen niet volledig. Ze worden milder. Zachter. Maar af en toe, als iets raakt aan een oud verhaal, voel je dat lijf weer reageren. En wat ik vooral voelde? Was hoe dat niet eens over mijn man ging. Maar over wat die situatie symboliseerde.
Want mijn eerste reactie – naast mijn interne golf – was iets in de aard van:
“Het is toch niet aan jou om haar relationele problemen te helpen oplossen. Jij bent haar boekhouder, geen coach.”
Hij keek me aan en zei iets dat me raakte:
“Je zou versteld staan hoeveel mensen hun persoonlijke struggles hier binnenbrengen.”
En dat zette me aan het denken.
We komen voor de service, maar dumpen ons hart
Het is iets wat ik de laatste jaren vaker hoor. Niet alleen van hem. Maar van kapsters. Van nagelstylistes. Van personal trainers. Van schoonheidsspecialisten. Mensen die hun vak met hart en ziel doen, maar steeds vaker zeggen: “Ik doe mijn job supergraag, maar de mensen zuigen me leeg.”
Of zoals een vriendin het mooi – en pijnlijk eerlijk – zei:
“Ik zou graag nagels doen zonder de mensen erbij.”
En ik snap dat. Niet omdat mensen lastig zijn. Maar omdat zoveel mensen vandaag hun nood aan steun kwijt willen op plekken die daar eigenlijk niet voor bedoeld zijn. Omdat er blijkbaar te weinig plekken zijn waar het wél kan. En dus komt het terecht bij mensen die luisteren – maar niet kunnen helpen. Of er zelf onderdoor gaan.
Want wat doe je, als klant, met de chaos in je hoofd? Met de spanning thuis? Met de werkdruk die je relatie ondermijnt?
Als je een uur in de stoel zit bij je kapster of je boekhouder ziet als vertrouwenspersoon, dan komt het eruit.
Je stort het op tafel.
En meestal bedoel je dat niet slecht. Maar wat veel mensen vergeten: degene aan de andere kant van dat gesprek is daar niet op voorbereid. Ze willen wel luisteren. Maar ze kunnen het niet altijd dragen.
En daarna gaan ze met jouw zorgen naar huis, zonder dat jij dat weet.
Waarom is mentale hulp nog steeds een taboe?
En dat brengt me bij de echte kern van wat ik hier wil delen. Waarom stappen mensen met relatieproblemen wel naar hun boekhouder of nagelstyliste, maar niet naar een coach of therapeut?
Waarom blijft mentale of relationele begeleiding voor zoveel mensen iets waar schaamte op kleeft?
We gaan naar de garage voor een onderhoud van onze auto.
We gaan naar de sportschool om gezonder te worden.
We volgen cursussen om bij te blijven in ons vak.
Maar als het over onszelf gaat, over onze binnenkant, dan vinden we het moeilijk om hulp te vragen.
Dan zeggen we dingen als:
– “Zolang ik het nog aankan, hoeft het niet.”
– “Anderen hebben het erger.”
– “Het zal wel beteren.”
Of:
– “Ik wil daar geen geld aan uitgeven.”
Maar het gekke is: we wachten wel tot het echt niet meer gaat.
Tot het werk lijdt.
Tot de relatie barst.
Tot het lichaam protesteert.
En dan… dan kloppen we aan bij de verkeerde mensen. Niet omdat zij fout zijn, maar omdat het hun rol niet is.
De juiste hulp op de juiste plek
Mensen zoeken verbinding. Iemand die luistert. Iemand die zegt: “Ik hoor je.”
En als je voelt dat je boekhouder, kapster of fitnesscoach die veilige plek is, dan begrijp ik dat je jouw verhaal daar laat vallen.
Maar misschien mogen we onszelf – als maatschappij – een andere vraag stellen:
Waarom durven we zo moeilijk de stap zetten naar iemand die wél geschoold is om je te helpen?
Is het echt omdat het geld kost? (Terwijl we wel investeren in zoveel andere dingen?)
Is het omdat we denken dat we eerst moeten breken voor we mogen bouwen?
Of is het omdat we bang zijn voor wat we tegenkomen als we écht gaan kijken?
Wat het ook is, ik geloof dat het tijd is dat we dat taboe doorbreken.
Niet alleen voor jezelf. Maar ook voor al die mensen die vandaag een luisterend oor bieden terwijl hun job eigenlijk iets helemaal anders is.
Een warme uitnodiging
Deze tekst is geen verwijt. Geen vermanend vingertje. Geen aanklacht.
Het is een uitnodiging.
Een uitnodiging om eerlijk naar jezelf te kijken.
Om mild te zijn voor je innerlijke struggles.
En om te voelen of jij misschien ook iemand bent die al een tijdje blijft doordoen, omdat je denkt dat het zo hoort.
Misschien ben je net als die klant van mijn man.
Vastgelopen in iets dat je ooit met liefde begonnen bent.
Met een partner waarmee je nu niet meer weet hoe je moet samenwerken.
Of met een leven dat niet meer klopt zoals het ooit klopte.
Weet dan: er is niks mis met jou.
Maar je hoeft dit ook niet alleen te dragen.
Er bestaan mensen die niets liever doen dan je helpen helderheid te krijgen.
Niet met oordelen.
Niet met oplossingen.
Maar met inzichten.
Met richting.
Met zachtheid én eerlijkheid.
En ik ben er daar één van.
Twijfel je of coaching iets voor jou is? Je hoeft niets te beslissen.
Je mag gewoon eens luisteren. Of je hart luchten.
Ik bied gratis verhelderende gesprekken aan. Zonder verplichtingen. Gewoon, om te voelen of het je iets brengt.
Want zoals mijn man gisteren zei:
“Ze komen voor de cijfers, maar laten hun zorgen achter op het bureau.”
En misschien is het tijd dat we allemaal even stilstaan bij waar we onze zorgen achterlaten – en wie ze draagt.